symptomen

Kinderen met Progeria maken verstandelijk en emotioneel een normale ontwikkeling door.
In de eerste levensjaren wordt echter steeds duidelijker dat de lichamelijke ontwikkeling niet normaal verloopt. De groei stagneert, het haar valt uit, en het onderhuids vet verdwijnt.

De meeste kinderen met Progeria vertonen bij hun geboorte nog geen opvallende afwijkingen. Ze komen gemiddeld met een iets lichter geboortegewicht ter wereld. De eerste symptomen worden meestal na enkele maanden zichtbaar. De karakteristieke verschijnselen worden pas in de loop van de eerste levensjaren duidelijk. Daardoor wordt de diagnose vaak laat en soms ook verkeerd gesteld. De gemiddelde leeftijd waarop de diagnose werd gesteld bij 72 kinderen in een recent onderzoek van Dr. Hennekam, was 2,9 jaar.

Professor Raoul Hennekam deed literatuuronderzoek naar Progeria en betrok daarbij de klinische gegevens van 132 beschreven patiënten uit de medische literatuur. Daarnaast volgde hij zelf acht Progeria-patiënten gedurende het grootste deel van hun leven en bestudeerde hij de medische geschiedenis van nog eens 16 andere Europese Progeria kinderen [1]. Veel van zijn onderzoeksbevindingen kunt u hier terugvinden.
Om bij een kind met mogelijke Progeria een goede diagnose te kunnen stellen is het van belang een vergelijking te kunnen maken met Progeria-patiëntjes van dezelfde leeftijd. Bij Progeria-kinderen die even oud zijn, valt een overduidelijke gelijkenis op. Veel artsen kunnen de diagnose stellen doordat zij de uiterlijke kenmerken van het kind herkennen.

Hoe belangrijk het stellen van de diagnose is voor ouders, blijkt uit het gegeven dat zij zich bijna allemaal de exacte datum herinneren waarop de diagnose werd gesteld.
ontwikkeling en verloop van klassieke Progeria
Het verloop van Progeria is bij alle patiëntjes nagenoeg gelijk. Er zijn geen problemen tijdens de zwangerschap of bevalling: de kinderen zijn bij geboorte 200 a 300 gram lichter dan gemiddeld, maar ze lijken zich in het begin goed te ontwikkelen. Een eerste symptoom is de opvallend zichtbare ader over de neusbrug. In de tweede helft van het eerste, of in het tweede levensjaar, treedt een groeiachterstand op die vaak samengaat met verlies van haar en onderhuids vetweefsel.

De eerste vermoedens van Progeria ontstaan meestal wanneer het kindje tussen de twee en drie jaar oud is. Dan ontwikkelen zich langzaam maar zeker de karakteristieke gezichtskenmerken van Progeria: verlies van bijna al het haar, op enkele fijne donsachtige haartjes na, verwijde zichtbare aderen over de schedel, ogen die wat boller lijken, een smal neusje, dunne huid met plooitjes rond de mond, weinig ruimte voor de tanden, een kleine kin, en de oren hebben bijna geen oorlelletje.

Na verloop van tijd veranderen het gezicht en het lichaam steeds meer. De kin wordt kleiner; de neus verandert van vorm; de gezichtsbeenderen worden kleiner; het onderhuidse vet in het gezicht verdwijnt.
Het lichaam vertoont steeds meer verlies van onderhuids vet en spiermassa; de gewrichten worden beter zichtbaar en verkorte spieren of verkrampingen worden erger. De kinderen kunnen hun gewrichten steeds minder goed bewegen, vooral hun enkels, knieën en vingers.

Intussen verloopt de psychosociale en intellectuele ontwikkeling van de kinderen normaal.
Hun spreekvaardigheid is over het algemeen goed, maar ze hebben een hoog stemmetje. Het gedrag is eveneens normaal voor hun leeftijd. Ze groeien bijna niet. Vooral het gewicht blijft achter. Ze gaan er steeds meer uitzien als een oud mensje.

De belangrijkste gezondheidsproblemen die volgen betreffen hart- en bloedvaten. Progeria-kinderen kunnen al op de leeftijd van 4 a 5 jaar een herseninfarct krijgen met gevolgen voor hun mobiliteit en spraakvermogen. Gelukkig komt dat niet heel vaak voor.

De hartproblemen zijn wel frequent, beginnen meestal tussen het 8e en 12e jaar, en worden langzaam erger. Soms treden hartklachten ook acuut op.

De verminderde mobiliteit en de vaatproblemen kosten het kind veel energie. Progeria-kinderen kunnen zich dan ook vaak korte periodes per dag gedragen als een normaal kind, ze zijn snel moe.

De gemiddelde levensverwachting is 13 jaar. De oorzaak van overlijden ligt meestal aan het niet goed functioneren van de bloedvaten, waarbij een hartinfarct de meest voorkomende is.

synoniemen voor Progeria:
  • Hutchinson-Gilford Progeria Syndrome 
  • HGPS 
  • Premature Aging Syndrome 
  • Progeria of Childhood 
  • Progeria Infantiles 
Redenen waarvoor ouders in het eerste levensjaar van hun kind medische hulp zoeken [2]
  • Groeiproblemen (55%) 
  • Verlies van hoofdhaar (40%) 
  • Huidproblemen (28%) (vaak het meest opvallend) 
  • Verlies onderhuids vet (20%) 
  • Andere symptomen zoals smal gezichtje, spits neusje, kleine sleutelbeenderen, voedingsproblemen 

 symptomen


h e t  e e r s t e  l e v e n s j a a r
  • Het gemiddelde geboortegewicht van de Progeria-kinderen is ongeveer 3 kg, maar het kind komt niet voldoende aan en groeit niet goed.
  • Beginnende haaruitval. 
  • Er is een blauw adertje op de neusbrug zichtbaar, soms ook op het (voor)hoofd.
  • Veranderingen van de borst- en buikhuid: er ontstaat een leerachtige huid, droog en soms roodgekleurd, vorming van vetoedemen (sclerodermie). 
  • Motorisch: een verminderde bewegelijkheid. 
  • De kinderen krijgen een klein gezichtje met grote, enigszins bolle ogen.
v a n a f  h e t  t w e e d e  l e v e n s j a a r

lengte en gewicht
· In het tweede levensjaar zijn het levendige, maar fragiele kinderen die nu nauwelijks in lengte toenemen. De groei van het kind vertraagd ernstig tot zeer ernstig. De gemiddelde lengte bij Progeria-patiëntjes van 12 jaar kan variëren tussen 96 cm and 128 cm, ze worden zelden groter dan 115 cm.
· Het gewicht ligt op 12-jarige leeftijd tussen 9,3 kg tot 20.7 kg.

groei
Progeria-kinderen groeien te traag. Vaak eet het kind ook slecht. Zowel de groei in gewicht als in lengte blijft achter, maar het gewicht neemt het minst toe. De gewichtscurve van de kinderen vanaf tweejarige leeftijd loopt bijna horizontaal. Er treedt ook geen groeispurt op in de pre-puberteit of de puberteit. Jongens worden meestal iets groter dan meisjes, maar de diversiteit in het groeipatroon is groter bij jongens dan bij meisjes.

huid en haar
· Heel weinig, dun, pluizig hoofdhaar
· Dunne, strakke en doorschijnende huid. De huid is weinig elastisch, en daardoor extra kwetsbaar
· Duidelijk zichtbare bloedvaten, met name op het hoofd
· Kringen onder de ogen
· Ouderdomsvlekjes
· Opvallend korte nageltjes en verkorte laatste vingerkootjes (acro-osteolysis) Dit proces begint op de 2de en 5de vinger, en breidt zich geleidelijk uit. De vierde vinger is meestal het minst aangedaan. De huid van de vingerkootjes wordt rood en zwelt op, de nagels verkalken.

huidproblemen
Een strakke harde huid (scleroderma) is een van de symptomen van Progeria die het eerst zichtbaar zijn, maar in de meeste gevallen is dit kenmerk van voorbijgaande aard. Bij sommige Progeria-kinderen werd scleroderma al op de eerste dag van hun leven geconstateerd, maar bij de meesten op een leeftijd tussen de anderhalf jaar en zes maanden. Ook later, op tweejarige leeftijd, kan dit voorkomen. De huid is dik, lichtelijk gezwollen en vertoont een drukpunt-oedeem (wanneer ingedrukt blijft een licht ‘deuk’ achter die langzaam wegtrekt). Soms is de huid roodachtig. Dit verschijnsel toont zich vooral op de onderbuik, boven de billen, op heupen en genitaliën, maar kan ook wijdverspreid zijn. Soms wordt de overgang tussen normale huid en sclerodermateuze huid gemarkeerd door een donkergekleurde zone. Scleroderma verdwijnt binnen zes maanden tot twee jaar tijd. Daarna wordt de huid dun, droog, atrofisch, minder elastisch en soms licht schilferig. De nek en het bovenste deel van de borstkas vertonen extra pigmentatie: kleine lichtbruine vlekjes. Later verschijnen deze vlekjes ook op de schedel en ledematen.

haar 
Op enkele uitzonderingen na worden Progeria-kinderen geboren met normaal haar en een normale haarkleur. Het haar van deze kinderen groeit bijna niet, en op de leeftijd van zes maanden tot twee jaar valt het meestal uit. Tussen de twee en drie jaar is het haar bijna helemaal verdwenen. Er blijft vaak een klein beetje haar achter dat fijn, droog en donsachtig is. Bij hoge uitzondering heeft een Progeria-kind van 12 tot 15 jaar nog haar. Ook het haar van wenkbrauwen en oogleden verdwijnt, op sommige ooglidhaartjes aan de zijkant na. Het haar wordt licht van kleur.

verlies van onderhuids vet en duidelijk zichtbare bloedvaten 
Verlies van onderhuids vet kan al optreden vanaf de leeftijd van zes maanden, maar wordt over het algemeen pas zichtbaar rond de drie- tot vierjarige leeftijd. Dit is het eerst te zien aan de ledematen, vervolgens aan de borstkas en schedel en ten slotte in het gezicht. Tot die tijd hebben de kinderen vaak bolle blozende wangetjes. Het onderhuidse vetlaagje van buik en heupen verdwijnt het laatst. Het vet in de buik zelf verdwijnt echter niet, vandaar het vaak opgezette buikje van Progeria-kinderen. Door de verdwijning van het onderhuidse vet en het dunner worden van de huid worden de aderen duidelijker zichtbaar. Een prominent zichtbare ader over de neusbrug is vaak een van de eerste symptomen van klassieke Progeria. Later worden ook de aderen op het hoofd meer prominent en uiteindelijk over het hele lichaam. Omdat ook het gezichtsvet verdwijnt, lijken de ogen bol en enigszins uitpuilend. Als ze opgemeten worden zijn de ogen echter normaal van grootte.

skelet en gewrichten
  • Een toenemende stijfheid van de gewrichten (arthritis, arthrose), die meestal begint in de vingergewrichten en de knieën. Ook kunnen er reumatische klachten ontstaan. 
  • Afwijkende stand van de benen: enigszins stijf met licht gebogen knieën. Met behulp van röntgenfoto‘s is te zien dat de stand van het bovenbeen naar buiten gedraaid is (coxa valga). 
  • De kin wordt in de loop van 1-2 jaar kleiner. Het kind heeft een relatief kleine kaak waarin de tanden vaak te weinig ruimte hebben. 
  • De gestagneerde groei bij Progeria kan mede worden vastgesteld door röntgenfoto‘s van de sleutelbeenderen. Daarop is al jong te zien hoe de sleutelbeentjes sterk verkort zijn. Het buitenste deel lost als het ware op.


botverlies (osteolysis)
Botverlies treedt op door het deels oplossen van het bot. Het komt vooral voor in de volgende beenderen:
  • Handen en voeten Het botverlies is meestal het eerst zichtbaar in de vingerkootjes, de kootjes worden dun. Ook de tenen zijn meestal aangedaan maar dit is minder zichtbaar. De huid erboven wordt rood en gezwollen waardoor de vingertoppen niet dun maar verbreed lijken. De nagels hebben een onregelmatig oppervlak, en zijn dun, klein en kort. 
  • Sleutelbeenderen Naast botverlies van de sleutelbeenderen (voornamelijk aan de uiteinden aan de buitenkant) treedt bij sommige kinderen ook botverlies op van de bovenste ribben. Door het verdwijnen van het bot van de sleutelbeenderen en ribben wordt het bovenste deel van de borstkas langzamerhand smaller en nauwer naarmate het botverlies verdergaat. Hierdoor krijgen Progeria-kinderen de voor Progeria karakteristieke smalle schouders. 
  • Onderkaak Bij de geboorte heeft de kin nog normale afmetingen en een normale vorm maar de kin wordt kleiner na één tot twee jaar. Dit geeft het aanzicht van een teruggetrokken kin. Door het kleiner worden van de kaak ontstaat er een tekort aan ruimte voor de tanden die daardoor schots en scheef kunnen komen te staan. 
  • Gezicht Naarmate de kinderen ouder worden, worden de gezichtsbeentjes dunner en kleiner. De neus wordt spits. Soms valt het neustussenschot deels samen, waardoor de neuspunt afgeplat wordt. 
  • Schedel Een van de eerste symptomen van Progeria is het heel laat of niet sluiten van de schedelnaden. Dit geldt vooral de voorste fontanel, die zelfs open kan blijven tot in de puberteit. Het schedeldak is grotendeels afhankelijk van de groei van de hersenen en omdat de hersenen bij progeria gewoon groeien blijft het schedeldak normaal tot groot. Dit, samen met het botverlies van de gezichtsbeenderen en kleine kaak, is er de oorzaak van dat de schedel relatief gezien erg groot is ten opzichte van het gezicht. 
  • Oudere patiëntjes hebben vaak last van het heupgewricht (dislocatie)
mobiliteit
De beweeglijkheid van de gewrichten is normaal bij de geboorte. De knieën zijn meestal de eerste gewrichten waarin stijfheid optreedt, gevolgd door ellebogen en vingers. Dit gebeurt rond het tweede tot derde jaar. De stand van de benen is afwijkend doordat het bovenbeen naar buiten gedraaid is.
Daarom lopen de kinderen stijf, moeizaam en wijdbeens en met gebogen knieën (horse riding stance). In het begin zijn de spieren goed zichtbaar door het verdwijnen van het onderhuidse vet, de beentjes zien er gespierd uit. Later neemt ook de spiermassa af. De schouderbladen zijn prominent zichtbaar, ze steken uit. Door artrose neemt de mobiliteit van de gewrichten steeds verder af, ook die in enkels, polsen, schouders en heup. Daardoor worden de gewrichten pijnlijk. Een verkorting van (een van) de nekspieren kan optreden en veel kinderen krijgen een enigszins bolle rug.
In laatste stadia kunnen de kinderen last hebben van artritis, als secundair verschijnsel.

arteriosclerose 
Veranderingen aan de bloedvaten en aan alle andere organen, ontstaan door de voortschrijdende arteriosclerose met als gevolg doorbloedingsstoornissen en bindweefselverhardingen in het lichaam.

hart en bloedvaten
Aanvankelijk hebben de patiëntjes geen problemen met het hart of de bloedvaten. Ook de bloeddruk is normaal in de eerste jaren. Vanaf vier jaar, meestal tussen zes en acht jaar, kan hartgeruis worden gehoord. Vanaf het zesde tot achtste jaar kunnen de kinderen kortademig worden, met een verhoogde bloeddruk. Op röntgenfoto´s is soms te zien dat het hart licht vergroot is. Angina Pectoris komt vaak voor, evenals arteriosclerose. De vasculaire problemen kunnen overal in het lichaam tot uiting komen: benauwdheid en ademhalingsproblemen komen voor en ook herseninfarcten worden door de dichtgeslibde aderen veroorzaakt. Sommige patiëntjes herstellen volledig, anderen houden klachten na een herseninfarct.
Om het risico op doorbloedingsproblemen te verkleinen vinden sommige artsen het raadzaam om preventief een lage dagelijkse dosis aspirine voor te schrijven.

andere symptomen
  • Bijna alle progeria-patiëntjes hebben een hoog schril stemmetje. 
  • Een ander symptoom is een onregelmatig gebit. De tanden en kiezen hebben niet voldoende ruimte in de kaak om netjes naast elkaar te kunnen groeien. Tanden en kiezen komen laat door: bij de meeste patiëntjes komen de eerste tanden door tussen de 8 en 24 maanden. Tandbederf komt veel voor. Tanden poetsen is lastig in zo´n klein mondje, maar ook de kinderen die wel goed hun tanden kunnen poetsen hebben over het algemeen snel last van tandbederf. Er is hiervoor nog geen goede verklaring gevonden. 
  • Gehoorafwijkingen komen niet voor bij Progeria-kinderen. Ook op latere leeftijd blijft het gehoor redelijk goed functioneren. Ook staar komt op een zeer grote uitzondering na niet voor. 
  • Ook al hebben sommige Progeria-kinderen last van regelmatig terugkerende luchtweginfecties en oorontstekingen, onderzoek geeft geen afwijkingen aan op dit gebied. 
  • De genitaliën van Progeria-jongetjes worden in de literatuur omschreven als normaal, sommigen hebben een enigszins kleine penis. De zaadballen zijn normaal ingedaald. Door diverse onderzoekers is afwezigheid van spermavorming gemeld. Er zijn geen mannelijke Progeria-patiënten uit de geschiedenis bekend die vader zijn geworden. Vrouwelijke Progeria-patiënten hebben eveneens normale geslachtsorganen. Borstontwikkeling is echter afwezig. Ook is er geen oksel- of schaamhaar. Menstruatie treedt zelden op bij oudere Progeria-meisjes. In de literatuur wordt één meisje genoemd dat op 14-jarige leeftijd voor het eerst ging menstrueren, ze had een onregelmatige cyclus. In de literatuur wordt daarnaast nog een 32-jarige vrouw met niet-klassieke Progeria beschreven, die op 12-jarige leeftijd ging menstrueren en op 23-jarige leeftijd moeder werd van een gezond kind. Dit zijn echter uitzonderingen: over het algemeen komen Progeria-kinderen nooit in de puberteit en ontwikkelen ze geen geslachtshormonen. 
  • Van alle Progeria-kinderen uit de literatuur is slechts één 13-jarig meisje bekend dat kanker kreeg, dr. Hennekam kent een tweede kind met een vergelijkbare tumor. 
In 62 wetenschappelijke rapporten uit het literatuuronderzoek van Dr. Hennekam, wordt de verstandelijke ontwikkeling van de Progeria-patiënten expliciet genoemd. Vier kinderen vertoonden een lichte achterstand, alle anderen werden als normaal beoordeeld. De intelligentie van Progeria-patiënten kan dan ook normaal worden genoemd. Van specifieke gedragsproblemen is geen sprake. De kinderen zijn vaak opmerkelijk alert, actief, optimistisch en vrolijk.





[1]  Prof. Dr. R.C.M. Hennekam-Hutchinson-Gilford Progeria Syndrome; Review of the Phenotype 
   American Journal of Medical Genetics  Part A 140A:2603–2624   May 2006

[2] genoemde percentages zijn opgeteld meer dan 100% omdat ouders in het onderzoek van Dr. Hennekam meerdere eerste symptomen noemden